Testosteron, het mannelijke geslachtshormoon, regelt de ontwikkeling en activiteit van de gezonde prostaat. Veranderingen in de verdeling van hormonen leiden tot schommelingen en onevenwichtigheden in de mannelijke hormoonbalans bij het ouder worden.
Dit resulteert in de groei van goedaardige maar ook in de stimulatie van kwaadaardige prostaatcellen. Prostaatkankercellen hebben normaal gesproken mannelijke geslachtshormonen (androgenen) nodig, in het bijzonder testosteron, om te kunnen groeien.
Een van de belangrijkste pijlers van op geneesmiddelen gebaseerde prostaatkankertherapie komt voort uit dit besef:
Het voorkomen van het effect van testosteron op de prostaat leidt tot een vertraging van de groei van prostaat(kanker)cellen en in sommige gevallen tot celdood (apoptose).
Het doel van hormoontherapie is daarom om deze androgenen uit de tumor te verwijderen. Er worden GnRH-agonisten of zogenaamde anti-androgenen gebruikt. Terwijl GnRH-agonisten de productie van testosteron in de testikels remmen, blokkeren anti-androgenen het effect van de hormonen op de tumorcellen.
Zelfs als hormoontherapie geen genezing kan bewerkstelligen, kan bij 80 procent van de patiënten de groei van de tumor enige tijd - vaak jaren - worden vertraagd en kunnen de symptomen worden verlicht.
Of en hoe lang hormoonbehandeling nodig is, hangt af van het stadium van de tumor, het type behandeling, de grootte van de prostaat en de leeftijd, algemene conditie en verwachte levensverwachting van de patiënt. Hormoontherapie wordt over het algemeen overwogen voor
Patiëntenmet gelokaliseerd hoog-risico prostaatcarcinoom
Bij patiënten met een hoog risico (PSA >20ng/ml, Gleason score >6, marge na operatie niet tumorvrij, lymfeklieren aangetast) wordt hormoontherapie gedurende een bepaalde periode aanbevolen om het risico op een recidief te minimaliseren. De toediening van hormonen in combinatie met uitwendige radiotherapie of brachytherapie kan ook nuttig zijn.
Patiënten met een tumorrecidief
Als er na radiotherapie of chirurgie een terugval optreedt, is hormoonbehandeling of een combinatie van hormoontherapie en radiotherapie voor veel patiënten de voorkeursbehandeling.
Patiënten met gemetastaseerd prostaatcarcinoom
Bij patiënten met gevorderde prostaatkanker die al talrijke uitzaaiingen in de botten of andere organen heeft gevormd, wordt hormoontherapie meestal als permanente behandeling gebruikt. Lokale behandeling alleen (chirurgie, radiotherapie, brachytherapie) kan in dergelijke gevallen niet tot genezing leiden.
Oudere patiënten met lokale tumoren
Als een operatie te riskant is en bestraling niet mogelijk of niet gewenst is vanwege de bijwerkingen, kan een hormoonbehandeling worden overwogen. Er kan echter geen genezing op lange termijn worden bereikt.
GnRH-agonisten remmen de testosteronproductie in de testikels. Mogelijke bijwerkingen van de hormonale verandering zijn opvliegers, zweten en een afname in potentie en prestaties. Als de hormoonbehandeling echter van beperkte duur is, kan het testosteronniveau zich herstellen zodra de medicatie wordt stopgezet.
Anti-androgenen onderdrukken het effect van testosteron door de opname ervan in de kankercel te blokkeren. Er zijn twee verschillende klassen stoffen met vergelijkbare effecten: steroïde anti-androgenen en niet-steroïde anti-androgenen. De laatste hebben het voordeel dat ze algemene prestaties, botdichtheid en zelfs potentie kunnen behouden. Bovendien worden anti-androgenen meestal aan het begin van de hormoonbehandeling toegediend naast GnRH-agonisten gedurende een paar dagen om schommelingen in de hormoonhuishouding te compenseren.
Het effect van conventionele hormoonbehandeling is over het algemeen niet blijvend en de tumorcellen worden na verloop van tijd resistent tegen hormoonontwenning. Dit wordt "castratieresistente" prostaatkanker genoemd. Terwijl in dergelijke gevallen vroeger chemotherapie werd gebruikt om de tumorgroei te remmen, zijn er nu nieuwe hormonaal actieve stoffen met verschillende werkingsmechanismen beschikbaar. Welke preparaten worden gebruikt, hangt af van verschillende factoren en wordt zorgvuldig samen met de arts beoordeeld.
Abirateron
Abirateron (Zytiga®) remt de hormoonproductie niet alleen in de testikels, maar ook in de bijnieren en in de tumor zelf. De progressie van de ziekte wordt vertraagd en tumorgerelateerde symptomen worden verlicht. Abirateron wordt eenmaal daags toegediend in tabletvorm samen met een kleine dosis cortison. Mogelijke bijwerkingen zijn verhoogde bloeddruk of diarree. Het preparaat wordt echter over het algemeen goed verdragen.
Het geneesmiddel wordt gebruikt bij patiënten met castratieresistente prostaatkanker die al uitzaaiingen in andere organen hebben, ongeacht of er al chemotherapie is toegepast of niet.
Enzalutamide
Enzalutamide (Xtandi®) blokkeert de bindingsplaatsen van de mannelijke geslachtshormonen en voorkomt zo dat testosteron de tumorcel binnendringt. Dit vertraagt de groei van de tumor en de vorming van verdere uitzaaiingen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn chronische vermoeidheid (moeheid) en maag-darmproblemen.
Het geneesmiddel wordt gebruikt bij patiënten met castratieresistente prostaatkanker die al uitzaaiingen in andere organen hebben, ongeacht of er al chemotherapie is toegepast of niet.
Apalutamide
Apalutamide (Erleada®) is een niet-steroïdaal anti-androgeen van de nieuwe generatie. Het remt de androgeenreceptor en blokkeert zo de penetratie van testosteron in de tumorcel. De stof heeft dus hetzelfde farmacologische werkingsmechanisme als enzalutamide. Terwijl vermoeidheid vaker voorkomt bij enalutamide, komt huiduitslag vaker voor bij apalutamide.
Apalutamide wordt gebruikt voor de behandeling van niet-metastatische castratieresistente prostaatkanker. Het geneesmiddel is geïndiceerd voor patiënten met een hoog risico op het ontwikkelen van uitzaaiingen (PSA-verdubbelingstijd ≤ 10 maanden). Sinds januari 2020 is de toelating uitgebreid tot patiënten met uitgezaaide hormoongevoelige prostaatkanker.